Historie van de Skateboardsport

Dat skateboarden geen trend is, bewijst de diepgewortelde geschiedenis van de sport. In de jaren 50 is het skateboarden ontstaan vanuit de surfcultuur in Californië. Om te kunnen droogsurfen als er geen swell (golfslag) was, monteerden de surfers rolschaatswielen onder houten planken. Op deze manier konden de surfers hun manoeuvres verplaatsen naar de stoep. Een bijwerking van deze vinding is dat deze nieuwe sport zijn eigen weg ging en verder evolueerde.

Fabrikanten zagen een markt in deze provisorisch gemaakte schaatsplanken en zo onstonden er veel diverse ontwerpen op basis van dit concept. Slechts enkele modellen overleefden deze beginfase en de eerste skateboard companies waren een feit en in 1965 maakten miljoenen huishoudens kennis met de sport door een TV-optreden van skateboardkampioene Pat McGee. In deze tijd ontstond het eerste magazine, volledig toegewijd aan het skateboarden: Skateboard Magazine.

Begin jaren 70 ontstond de eerste revolutie in het skateboarden, toen Frank Nasworthy wielen van polyurethaan introduceerde. Hiervoor waren de wielen van staal of klei. Skateboarden werd mainstream in de Verenigde Staten en ook in Europa bleef het niet onopgemerkt. Zo ontstond de skateboardcultuur zoals wij die vandaag de dag kennen; met wedstrijden, merken en sponsoring.
In 1976, tijdens de ‘grote droogte’ in Californië, kwamen veel zwembaden in achtertuinen droog te staan. Deze zwembaden hadden in tegenstelling tot de modellen in de rest van de wereld een komvormige bodem. Een groep skateboardende surfers zagen hierin nieuw terrein en herkenden hierin de vorm van golven. Zo konden ze tegen de verticale wanden van de zwembaden oprijden, waarmee het verticale aspect van deze rolsport geboren was. Deze komvorm (bowl) werd vervolgens overgenomen door de skateparkbouwers en de eerste wedstrijden in deze nieuwe discipline werden georganiseerd. Ook de halfpipe (vert) is ontstaan vanuit deze vorm.

Ondertussen ontwikkelde zich ook een andere discipline binnen het skateboarden, freestyle. Hierbij draait het om technische bewegingen op de plank, uitgevoerd op een vlakke ondergrond. Dit had aanvankelijk veel weg van een soort kunstschaatsen.

Eind jaren 70 werd door Alan ‘Ollie’ Gelfand de no hands areal uitgevonden, later bekend als de ollie. Hiermee komt de skater los van de baan, zonder het board vast te pakken. De ollie is de basis van de meeste trucs die in de lucht plaats vinden.

Begin jaren 80 was skateboarden wereldwijd uitgegroeid tot een immens populaire sport, dat veel nieuwe fabrikanten van skateboards (decks), wielen, assen (trucks) en accessoires voortbracht. Er gingen miljoenen om in deze business en er werden grootschalige wedstrijden georganiseerd, waarbij de beste skaters een ware rockster status verwierven.
Omdat veel recreatieve skateboarders geen toegang hadden tot halfpipes en bowls, werd het straatskateboarden populairder. Ook dankzij de ollie en de technische trucs van freestyle skaters, ontstond de mogelijkheid allerlei obstakels op straat te gebruiken, zoals trappen, armleuningen (handrails) en stoepranden (curbs). Zo konden de skaters ook voor hun eigen deur skateboarden. Street skating was geboren.

Street skaters reden in die tijd op brede boards die gemaakt waren voor het rijden in een halfpipe, terwijl de freestyle skaters smalle, rechte boards gebruikten. Als reactie hierop kwamen skateboardfabrikanten begin jaren 90 met boards die een steeds meer symmetrische vorm kregen en steeds smaller werden. Ook de wielen werden kleiner. De trucs werden steeds technischer en gecombineerd met elkaar. De skateboarders begonnen zich in die tijd tegen het mainstream imago dat de sport in de jaren 80 verworven had te verzetten en zo ontstond een geheel eigen kledingstijl en levensstijl. Skateboarden werd meer en meer een underground beweging met kleinere merken die deze filosofie ook nastreefden. Sinds midden jaren 90 is de vorm van het board niet meer veranderd en variëren vooral in de breedte van de plank. Op dit moment was het halfpipe skaten bijna verdwenen en was er slechts een relatief kleine groep die deze tak van sport nog uitoefende. Ook het freestyle skaten verloor in populariteit, omdat het streetskaten een breder terrein had geopend voor het uitvoeren van deze technische manoeuvres. Desondanks was het inmiddels duidelijk dat skateboarden een gevestigde sport was, die niet meer weg te denken is uit de huidige samenleving.

Mede dankzij de documentaire Dogtown & Z-Boys, over een kleine groep surfers uit Santa Monica (bijnaam Dogtown), die het skateboarden midden jaren 70 naar het wereldtoneel brachten, werd het skateboarden in pools en bowls weer populair. Als gevolg hiervan popten deze banen wereldwijd als paddestoelen uit de grond. Ook de andere oude disciplines als freestyle en slalom leefden opnieuw op, hetzij in kleine groepen binnen de cultuur. Skateboarders hechtten zich steeds minder aan een discipline en een terrein, maar zagen in elk terrein weer nieuwe uitdagingen.

Vandaag de dag heeft skateboarden een groot fundament en is een wereldwijde sport die tot de verbeelding van velen spreekt, veel aanhangers heeft en iconisch genoemd mag worden. Het begrip ‘rage’ is al lang niet meer van toepassing. Er zijn in de meeste landen skateboardorganen actief, die bij grote continentale organisaties als de ESA (European Skateboarding Association) zijn aangesloten. In Nederland kennen we de SFN (Skateboard Federatie Nederland).

De skateboardcultuur heeft veel invloed op de mode- en reclamewereld. Hoeveel multinationals gebruiken de sport wel niet als marketingmiddel om de jeugd aan te spreken?  Skateboarders worden gezien als hip. Vaak zijn skaters de eersten die een bepaalde kledingstijl aannemen, welke later door de grote modehuizen geadapteerd worden.
Zo is ook het bekende Californische schoenenmerk Vans groot geworden dankzij de skateboardcultuur. In 1975 wendden Z-Boys Tony Alva en Stacy Peralta (tevens filmmaker van de documentaire Dogtown & Z-Boys) zich tot Vans en vroegen het merk om een speciale skateboardschoen te maken. Vandaag de dag behoort Vans tot de wereldtop als het gaat om gympen en casual schoenen.

In 2004 is door een aantal skateboardbedrijven Go Skateboarding Day in leven geroepen. Deze dag, die jaarlijks op 21 juni valt, heeft als doel de skateboardsport te promoten. Er vinden op deze dag vele wedstrijden, demonstraties en manifestaties plaats over de hele wereld.

 

Skateboarden in Hengelo

Hengelo heeft sinds medio jaren 70 altijd een aanzienlijke rol gespeeld in de Nederlandse skateboardgeschiedenis. Al erg vroeg een groep die zich bezig hield met het skaten in voornamelijk halfpipes (vert). Aangezien er geen winkel voor skateboardmateriaal in de buurt was, kochten de skaters hun materiaal bij de eerste skateboardwinkel in Nederland: Rodolfo’s in Amsterdam. Zo was er al snel een connectie tussen Hengelo en Amsterdam.
Met de komst van de rolschaats- en skateboardbaan op Het Hulsbeek in Oldenzaal in 1979 was het hek van de dam. Massaal begonnen jongeren aan deze sport. Eerst recreatief, maar sommigen bleken talent te hebben en beoefenden de sport al snel niet meer alleen recreatief, maar ook prestatief. Zij deden mee in nationale en internationale wedstrijden en skateboarden was ondertussen, we schrijven begin jaren 80, al razend populair geworden wereldwijd.

Àls er een goede faciliteit in Hengelo was, was er ook altijd een groep talenten (skateboard, bmx, inline skaters) die op nationaal en soms zelfs internationaal niveau meereden in wedstrijden of ondersteund werden door merken uit de industrie. Sommige talenten hebben veel van deze faciliteiten overleefd, maar de aanwas van talent bleef in de tussenpozen vrijwel altijd achterwege.

Er was en is veel talent in Hengelo, wat blijkt uit periodieke prestaties van skater, inline skaters en bmx-freestylers uit Hengelo, zolang ze maar een locale plek hebben om hun sport te kunnen beoefenen! Sommigen hebben zelfs hun geld kunnen verdienen met de sport. Veel van hen zijn nu nog actief in de sport zelf of in de promotie ervan.

Enkele van deze ‘oudgedienden’ hebben de Werkgroep Skatevoorzieningen Hengelo opgezet omdat zij van mening zijn dat het tijd word voor een definitieve skateplek met allure in Hengelo voor het huidige en toekomstige talent. Dit werd later Stichting Skatevoorzieningen Hengelo, werknaam SkateLAB.

Hier een overzicht Skatevoorzieningen in Hengelo door de jaren heen:

1985: Halfpipe jongerencentrum Babylon

Gebouwd door skaters.
Babylon ging dicht, voor de skategelegenheid werd geen vervanging aangeboden.
Talenten: Bram Waterman, Alex de Lizer, Martijn Polman, Frank Wolberink †.

 1987: Halfpipe en indoorparcours jeugdcentrum Siësta

Jeugdcentrum ging dicht, voor de skategelegenheid werd geen vervanging aangeboden.
Ontworpen en medegebouwd met behulp van skaters.
Talenten: Abdul Quatbi, Gert Nijenhuis, Olaf Jansen, André Reimink, Tjeerd Govaerts, Maarten Molenaar, Mustafa Kuru, etc.

1988: Intersurf mini-spineramp:

Prive skatebaan bij surfzaak, opgehouden te bestaan door faillissement surfzaak.
Ontworpen door skaters en gebouwd door intersurf skateramps met behulp van skaters.
Talenten: Henk Dam, Peter Löwik, Bjorn Eulink, Jeroen Maatman, Maarten Relinck, Marko Matic, etc.

1990: Fietscross vereniging Het Twentse Ros:

Deze fietscross vereniging heeft een paar jaar een skatepark gerund onder contributie.
Dit initiatief kwam van Sietse, destijds de eigenaar van de fietscrossbaan, vanwege het gebrek aan faciliteiten in en rond Twente, terwijl de aanhang van de sport groot was.
Talenten: Raymond Van Cleef, Cliff Willems, Collin Zurink, Kevin Dybiona, Tjeerd Derkink, etc.

1995: Speeltuin de Nijverheid

Miniramp met spine en hip. Baan is weggehaald nadat een klein gedeelte van de baan in de brand is gestoken door een brandstichtend jongetje.
Ontworpen door skaters en gebouwd door skaters en bmx-ers.
Talenten: Dennis Hemmekam, Rob Bekhuis, Robert-Jan Brunger, Merijn Hos, etc.

2001: Spineramp Weusthag

Ontworpen door huidige leden van werkgroep skatevoorziening Hengelo, Gebouwd door skaters en bmx-ers.
Talenten: Dyon Plantink, Tyson ter Vaarwerk. Gert Nijenhuis, Dennis Hemmekam, Henk Dam, Wesley Krijgsman, Thomas Bouwman, etc.

2003: Indoorskatepark the Kick (laatste jaar Zoo Skatepark onder nieuwe eigenaar)

Ontworpen en gebouwd door eigenaar met behulp van skaters.
Dichtgegaan door faillissement wegens de te hoge huurprijs.
Talenten: Kees Jacobs, Leon Huiskes, Maikel Winter, Erik Graave, Peter Post , Ronaldo Lopes, etc.

2005: Skatevoorziening Thiemsbrug ‘Theemsbridge’

Als tijdelijke invulling bedachte skatevoorziening. Aanvankelijk met gratis bouwmaterialen (stoepranden en Stelcon platen) opgezet. Later door de gemeente verrijkt met aangekochte skate-elementen.
Deze voorziening zal verdwijnen bij de komst van het plan Lange Wemen.
Talenten: Erik Graave, Lennart van Roeden, Tom De Koning, Wesley Krijgsman, Ivo Meins, etc.